Mededelingen

Intochtslied Hemelhoog 539: 1 en 3
Hier in uw heiligdom, dicht bij de troon,
vraagt uw aanwezigheid ons stil te zijn.
Zo komen wij tot U, met heilig ontzag,
als uw Geest ons trekt tot U.

Heer, ik wil horen uw zachte stem.
Laat and’re stemmen in mij zwijgen.
Open mijn ogen, Heer, opdat ik het licht
van uw aangezicht zal zien.

Stil gebed – Votum – Groet

Thema ‘Bidden doen we samen’

Film Nihad’s verhaal

Zingen Hemelhoog 402 tweemaal
U maakt ons een,
U bracht ons te samen.
Wij eren en aanbidden U.
U maakt ons één,
U bracht ons tezamen
Wij eren en aanbidden U.
Wordt Uw wil gedaan,
dan bindt het ons saam,
iedereen zal deel zijn van uw gezin.
Wordt uw wil gedaan,
Dan bindt het ons saam,
Iedereen zal deel zijn van Uw gezin.

Wet van God

Zingen Psalm 139: 1 en 2
1 Heer, die mij ziet zoals ik ben,
dieper dan ik mijzelf ooit ken,
kent Gij mij, Gij weet waar ik ga,
Gij volgt mij waar ik zit of sta.
Wat mij ten diepste houdt bewogen,
’t ligt alles open voor uw ogen.

2 Gij zijt zo diep vertrouwd met mij:
wie weet mijn wegen zoals Gij?
Gij kent mijn leven woord voor woord,
Gij hebt mij voor ik spreek gehoord.
Ja overal, op al mijn wegen
en altijd weer komt Gij mij tegen.

Gebed

Bijbellezing Handelingen 12: 1 t/m 19
1Omstreeks die tijd nam koning Herodes enkele leden van de gemeente gevangen en mishandelde hen. 2Jakobus, de broer van Johannes, liet hij met het zwaard ter dood brengen. 3 Toen hij zag dat de Joden hier gunstig op reageerden, liet hij ook Petrus aanhouden – dat was tijdens het feest van het Ongedesemde brood. 4Na de arrestatie sloot hij hem op in de gevangenis, waar hij hem door vier groepen soldaten van steeds vier man liet bewaken, met de bedoeling hem na het pesachfeest ten overstaan van het volk te berechten. 5Terwijl Petrus onder zware bewaking zat opgesloten, bleef de gemeente vol vuur voor hem bidden tot God. 6In de nacht voordat hij voorgeleid zou worden, lag Petrus te slapen tussen twee soldaten, aan wie hij met twee kettingen was vastgeketend. Ook voor de deur van de kerker stonden bewakers. 7Toen verscheen er plotseling een engel van de Heer en een stralend licht vulde de hele ruimte. De engel stootte Petrus aan om hem wakker te maken en zei: ‘Vlug, sta op.’ Meteen vielen de ketens van zijn handen. 8De engel zei tegen hem: ‘Doe je gordel om en trek je sandalen aan.’ Dat deed hij. Daarop zei de engel: ‘Sla je mantel om en volg mij.’ 9Petrus volgde de engel naar buiten, maar zonder te beseffen dat de dingen die de engel liet gebeuren werkelijk plaatsvonden; hij meende een visioen te zien. 10Toen ze de eerste en tweede wachtpost voorbij waren, kwamen ze bij de ijzeren poort die toegang gaf tot de stad. De poort ging vanzelf voor hen open, en toen ze buiten waren gekomen liepen ze nog één straat verder, waarna de engel Petrus opeens alleen achterliet. 11Nadat Petrus weer tot zichzelf gekomen was, zei hij: ‘Nu weet ik zeker dat de Heer zijn engel heeft gezonden om me uit de handen van Herodes te bevrijden en me te behoeden voor wat het Joodse volk hoopte dat gebeuren zou.’ 12Toen dit tot hem was doorgedrongen, ging hij naar het huis van Maria, de moeder van Johannes Marcus, waar een groot gezelschap bijeen was gekomen om te bidden. 13Nadat hij op de deur van het voorportaal had geklopt, kwam er een dienstmeisje, dat Rhode heette, om open te doen, 14maar toen ze de stem van Petrus herkende, was ze zo blij dat ze vergat de deur te openen en naar binnen rende om te zeggen dat Petrus voor de poort stond. 15‘Je bent niet goed wijs,’ zeiden ze tegen haar, maar ze bleef volhouden dat het echt zo was. ‘Dan is het zijn beschermengel,’ zeiden ze ten slotte. 16Intussen stond Petrus nog steeds aan de poort te kloppen. Toen ze dan toch opendeden, zagen ze tot hun grote verbazing dat hij het was. 17Hij gebaarde dat ze moesten zwijgen en legde uit hoe de Heer hem uit de gevangenis had bevrijd. Daarna zei hij: ‘Stel Jakobus en de anderen hiervan op de hoogte.’ Toen vertrok hij naar elders. 18Bij het aanbreken van de dag ontstond er enorme opschudding onder de soldaten, die zich afvroegen wat er met Petrus gebeurd kon zijn. 19Herodes liet tevergeefs naar hem zoeken. Na de bewakers verhoord te hebben, gaf hij bevel hen terecht te stellen. Vervolgens reisde hij van Judea naar Caesarea, waar hij enige tijd bleef.

Zingen Psalm 34: 1 en 2
1 Ik loof den Heer altijd.
Steeds zingt mijn mond zijn lof, zijn eer.
Ja, ik beroem mij op den Heer
en prijs zijn hoog beleid.
Gods kleinen horen mij
en zij verheugen zich tezaam.
Verheft met mij des Heren naam,
zegent dien en weest blij.

2 ‘k Heb naar den Heer gevraagd
en Hij beantwoordt mijn gebed.
Hij heeft mij van mijn angst gered,
en mijn verlossing daagt.
Die opzien naar den Heer,
zij zullen blinken in het licht,
geen schaamrood is op hun gezicht,
nooit slaan zij d’ ogen neer.

Verkondiging

Zingen Gezang 109: 1 en 3
1 Hoor een heilig koor van stemmen,
staande aan de glazen zee,
halleluja, halleluja,
God zij glorie, zingen zijn.
Menigten die geen kan tellen,
als de sterren in hun glans,
psalmen zingend, palmen dragend,
in de hemel is een dans.

3 Komende uit de verdrukking,
en de kleren wit als sneeuw
in het bloed des Lams gewassen
van het vuil van deze eeuw,
in vervolgingen standvastig
wachtende op U, hun Heer,
overwonnen zij de satan
en de wereld neemt een keer.

Presentatie ‘Dauwtrappen

Gebed

Collecte

Zingen Hemelhoog 682: 1 en 3 Lied van de maand
Laat heel de wereld het zien,
maak de volk’ren weer blij
door de klank van zijn stem.
Heuvels en dalen breek uit!
Kom en juich, zing het luid!
Klap je handen voor Hem!

Refrein
Liefde en recht zal Hij brengen op aard’,
een eeuwige heerschappij.
In onze hand ligt een tweesnijdend zwaard.
’t Woord van de waarheid maakt vrij.
Het maakt vrij.

Laat heel de wereld nu staan
vol ontzag voor zijn naam.
Zing het lied dat Hem eert.
Wees niet meer stil, zeg het voort
tot de wereld het hoort:
Jezus regeert!
Refrein

Zegen

Last modified: 29 mei 2021