Welkom en mededelingen

Intochtslied Gezang 442: 1 en 2
1 Jezus, ga ons voor
deze wereld door,
en U volgend op uw schreden
gaan wij moedig met U mede.
Leid ons aan uw hand
naar het vaderland.

2 Valt de weg ons lang,
zijn wij klein en bang,
sterk ons, Heer, om zonder klagen
achter U ons kruis te dragen.
Waar Gij voor ons tradt,
is het rechte pad.

Stil gebed – Votum – Groet

Thema: Gethsemané

Zingen Gezang 180: 1 – 3
1 Gethsémane, die nacht moest eenmaal komen.
De Heiland heeft bewust die weg genomen.
Hij laat zijn doel niet los, wijkt niet terzijde,
aanvaardt het lijden.

2 Hoe dichtbij is de hof, waar Gij gewaakt hebt;
verstaanbaar is de klacht, die Gij geslaakt hebt.
Nog leeft de haat, die U kwam overvallen:
zo zijn wij allen.

3 Wie heeft gewaakt van die het naaste stonden?
Hij heeft hen driemaal slapende gevonden.
hij ging terug en heeft alleen geleden,
eenzaam gebeden:

Wet van God

Zingen Psalm 119: 5 en 6
5 Diep in mijn hart berg ik uw heilig woord,
opdat geen zonde daar kan binnendringen.
Geprezen zijt Gij, Heer, aan ieder oord.
Leid mij in ’t licht van uw verordeningen.
Dan zal ik zo dat iedereen het hoort
het hoge recht van uw verbond bezingen.

6 O God, ik ben van harte zeer verblijd
over de weg van uw getuigenissen.
In uw bevelen ligt mijn zaligheid,
ik zal mij van uw wegen vergewissen.
Ik loof U, die mijn grootste rijkdom zijt,
laat mij, o Heer, geen van uw woorden missen.

Gebed

Bijbellezing Markus 14: 32 – 42
32Ze kwamen bij een plek die Getsemane heette, en hij zei tegen zijn leerlingen: ‘Blijven jullie hier zitten, terwijl ik ga bidden.’ 33Hij nam Petrus, Jakobus en Johannes met zich mee. Hij voelde zich onrustig en angstig worden 34en zei tegen hen: ‘Ik voel me dodelijk bedroefd; blijf hier waken.’ 35Hij liep nog een stukje verder, liet zich toen op de grond vallen en bad dat dit uur zo mogelijk aan hem voorbij mocht gaan. 36Hij zei: ‘Abba, Vader, voor u is alles mogelijk, neem deze beker van mij weg. Maar laat niet gebeuren wat ik wil, maar wat u wilt.’ 37Hij liep terug en zag dat zijn leerlingen lagen te slapen. Hij zei tegen Petrus: ‘Simon, slaap je? Kon je niet één uur waken? 38Blijf wakker en bid dat jullie niet in beproeving komen; de geest is wel gewillig, maar het lichaam is zwak.’ 39Weer ging hij weg om te bidden, met dezelfde woorden als daarvoor. 40Toen hij weer terugkwam, lagen ze opnieuw te slapen, want hun ogen vielen steeds dicht, en ze wisten niet wat ze hem moesten antwoorden. 41Toen hij voor de derde maal terugkwam, zei hij tegen hen: ‘Liggen jullie daar nog steeds te slapen en te rusten? Het is zover: het ogenblik is gekomen waarop de Mensenzoon wordt uitgeleverd aan de zondaars. 42Sta op, laten we gaan; kijk, hij die me uitlevert, is al vlakbij.’

Zingen Psalm 77: 1 en 3
1 Roepend om gehoor te vinden,
om bij God gehoor te vinden,
roep en smeek ik onverpoosd,
maar mijn ziel blijft ongetroost.
Nu de druk mij overmande,
hef ik tot de Heer mijn handen,
maar ’t gedenken is mij pijn,
nu ik zonder God moet zijn.

3 Zou de Heer zijn volk verstoten?
Heeft de toorn zijn hart gesloten?
Is zijn gunst voorgoed voorbij?
Blijft niet wat Hij eenmaal zei?
Kan God zijn gena vergeten?
Heb ik steeds vergeefs geweten,
dat des Allerhoogsten kracht
stand houdt tot het laatst geslacht?

Verkondiging

Zingen Gezang 180: 4 – 7
4 Laat Vader, deze beker Mij voorbijgaan;
waar zijn de eng’len die Mij kunnen bijstaan?
Maar, zo Ik niet dit lijden mag ontvlieden,
uw wil geschiede.

5 Altijd zal Jezus weer in doodsstrijd wezen,
tot aan het eind der wereld moet Hij vrezen,
zijn eigen jongeren in slaap te ontdekken.
Wat zou hen wekken?

6 In angst en tranen werd zijn strijd gestreden.
Toen kon Hij toebereid naar voren treden.
De duisternis kon, wat zij mocht verzinnen,
Hem niet verwinnen.

7 Hier zijn wij, Heer, een afgeweken schare,
wij, die zo zorgeloos, zo ontrouw waren.
Verander ons en reinig onze harten,
o Man van smarten!

Gebed

Collecte

Zingen Hemelhoog 298: 1 – 4
1 Genade, zo oneindig groot.
Dat ik, die ’t niet verdien
het leven vond, want ik was dood
en blind, maar nu kan ‘k zien.

2 Genade die mij heeft geleerd
te vrezen voor het kwaad.
Maar ook – als ik mij tot Hem keer
dat God mij nooit verlaat.

3 Want Jezus droeg mijn zondelast
en tranen aan het kruis.
Hij houdt mij door genade vast
en brengt mij veilig thuis.

4 Als ik daar in zijn heerlijkheid
mag stralen als de zon,
dan prijs ik Hem in eeuwigheid
dat ik genade vond.
dan prijs ik Hem in eeuwigheid
dat ik genade vond.

Zegen

Last modified: 31 maart 2021